Niet alle viooltjes zijn hetzelfde. En er is er maar één die als eerste gaat bloeien in het voorjaar. En wel, je raad het al, in de maand Maart. Heb jij ze al gezien? En misschien ook geroken?
Want het Maarts Viooltje is een heerlijk geurend viooltje. Het heet dan ook Viola Odorata in het Latijn. En Odorata betekent “geurend”.
De kleine violetblauwe bloemen trekken veel insecten aan. En dat is juist in het vroege voorjaar heel belangrijk, dat de insecten na de winter weer voedsel kunnen vinden. Ook de paardenbloem bloeit al vroeg in het voorjaar. Dus laat de paardenbloemen vooral in het voorjaar gewoon staan. Zij zijn het eerste lentevoedsel voor de insecten.
Het blad is hartvormig en gekarteld. Onder de grond zitten de wortelstokken. Door de groei van de wortelstokken plant het viooltje zich voort en vormt dan een mooie bodembedekker. Het kan in de schaduw of halfschaduw groeien en krijgt voldoende zon in het voorjaar, tijdens de bloei, wanneer de meeste struiken en bomen nog geen bladeren hebben.
In de winter blijven de bladeren groen. De blaadjes groeien als een rozet uit de wortelstok en de jonge blaadjes zijn opgerold; ze groeien steeds platter naarmate ze ouder zijn.
Het Maarts Viooltje is inheems in Europa en Noord-Afrika. Op andere plaatsen is het inmiddels ingeburgerd. In stedelijke gebieden in Nederland komt het steeds vaker in de verwilderde vorm voor.
Er ontwikkelt zich een bloeistengel met telkens een violette bloem. Ze heeft vijf kroonbladeren, waarvan het onderste een spoor bevat en het honingmerk. Dit leidt de insecten naar de juiste plaats voor de bestuiving. Zelfbestuiving is niet mogelijk omdat er een klepje op de stamper zit, dat pas opengaat door aanraking door een insect. Na de bevruchting vormt er zich een doosvruct met kleine, ronde zaden, waarop een ‘mierenbroodje’ zit. Een mierenbroodje is een zoet en vettig stukje waar mieren gek op zijn. De mieren nemen het zaadje mee naar hun nest, maar ze eten niet het zaadje op, alleen het mierenbroodje. Zo plant het viooltje zich ook voort.
Wij willen graag de Maartse Viooltjes op onze boerderij. Op allerlei plekjes tussen de fruitbomen en aan de rand van de groentebedden. Dan verzekeren we ons in ieder geval van insecten voor de bestuiving van vroege bloeiers, zoals de abrikozen- en de krentenboom.